A website by War Heritage Institute

Educatief aanbod: Getuigenissen

Educatief aanbod: Getuigenissen

SS-bureau

Remy Libotton

Daar in de hoek of langs deze kant daar, een tafel en daar zat iemand achter, maar vraag me niet wie of wat. Daar ben ik moeten passeren. zakken leeg maken: zoveel frank, zoveel centiemen, zoveel zakdoeken. En uw ring: ik was een jaartje getrouwd, mijn ring af. Uw horloge: allemaal in een omslag gegaan. Naam, geboortedatum, adres erop. Echt 'punktlich, zeer goed, Deutsche punktlichheit. Maar ik heb het nooit teruggezien.

Edouard Franckx

Plots, zonder dat ik iets opgemerkt had, stonden de twee SS-ers Wijss en De Bodt achter mij en gaven mij een afranseling.  Nog geen tien seconden later lag ik op de grond. Zij stonden over mij heen en schopten mij in de lende en nieren, sloegen mij op alle mogelijke en denkbare manieren. Dat ging zo een tijdje door. Daarna hielden ze mij recht en ze zeiden: "uw ringen". De eerste ring gleed gemakkelijk van mijn vinger, maar de tweede ring, mijn trouwring, zat vast. Wijss zag dat ik het moeilijk had, haalden zijn mes boven en zei "ofwel uw vinger, ofwel uw ring". En hij begon in mijn vinger te kerven. Ineens kwam mijn ring los. Gelukkig maar.

Kamer 5: eten in de kamer

Remy Libotton

Wel, wie het niet helemaal opat, dat er mensen waren die wel een stukje bewaarden om 's anderendaags 's morgens bij dat zwart gedoe, dat men koffie heette, op te eten. En dat werd in de kast gelegd in de kamers. En ik heb nooit gehoord dat van die 48 die er daar zaten in onze kamer, dat er daar ooit iemand zei: "mijn brood is weggenomen". Of "iemand heeft aan mijn brood gezeten". Dat is wel waar. Nu geloof ik wel, als bij de uitdeling van het brood een stuk wat groter zou geweest zijn dan dat van een ander, dat ge niet zou gezwegen hebben. Dat geloof ik wel. Dat is duidelijk.

Wilchar

Op een bepaald ogenblik is er één die ons ziet en die ons teken doet. Ik zie niet goed wat hij wil zeggen en dan doet hij dat gebaar. Ik zeg bij mezelf: "die man heeft honger" en ik denk "Goed! ik geef hem mijn boterhammen". Maar juist achter die muur was er een beerput, want de SS-ers hielden varkens. En als ik mijn pakje boterhammen gooide. Ja, dan gingen die in die beerput terechtkomen. Toch aarzel ik. Ik wikkel mijn boterhammen zo goed ik kan in mijn papier en ik gooi. En die boterhammen vallen volop in die brei, in die stront. En die man duikt er naartoe. Hij heeft de boterhammen vol mest in geen tijd verslonden. Ik heb mij omgedraaid want het maakte mij misselijk. Maar zeker is dat ik veertien dagen later precies hetzelfde zou hebben gedaan.

Pierre Stippelmans

Ja, de soep werd dan verdeeld. Iedereen was stijf van de honger, zal ik maar zeggen. En dan hadden ze van een conservendoos een houten steel aangemaakt, en daarmee werd de soep uitgeschept. Maar doordat we maar 20 kommetjes hadden voor 48 mensen, werden eerst de jongsten één voor één verdeeld. Dan moesten die zo snel mogelijk hun soep uitdrinken of die nu heet of koud was. Iedereen was aan het stampen op de grond. Dat ze zich moesten spoeden, dat ze ook honger hadden. En zo kregen we allemaal onze beurt voor onze soep. Maar natuurlijk daar was altijd iets soep over, want tekort dat zou niet gaan. En dat was er een beetje over. Dat beetje werd dan verdeeld met een kleiner doosje. Om de beurt ieder, zodat iedereen van die overschot dan ook nog kreeg. En dat noemde men dan "rabio". Van waar dat woord komt, weet ik niet.

Lavabo's aan isoleercellen

Paul M.G. Levy

Een stamp tegen de deur. Een kreet "Aufstehen", opstaan. Wij moesten uit onze brits springen. En dan snel naar buiten om ons te wassen op de gang.

Elisabeth Depelsenaire-Rodesch

Ook ons wassen was heel, heel onaangenaam. Wij mochten ons natuurlijk niet uitkleden voor de soldaten die ons bewaakten. Ze draaiden wel een tijd hun rug naar ons toe. Buiten de cellen was er een waterkraantje. Wij moesten eerst een aantal gangen doorlopen. Ik weet niet meer precies de weg want wij hadden altijd een kap over ons hoofd. Die kap die mocht dan wel af bij het wassen. Wij hadden eigenlijk juist genoeg water om ons gezicht en onze voorarmen te wassen. Dus u beseft wel in welke toestand wij ons bevonden na drie en een halve maand hechtenis. Hier moest er een verschrikkelijke stank hebben gehangen? Ja, ik herinner mij dat het naar cement rook gemend met verschrikkelijke geuren. Echt....onverdraaglijk. 

Elisabeth Depelsenaire-Rodesch

We moedigden mekaar aan. Wanneer iemand in elkaar zakte, probeerden wij hem er bovenop te helpen. Wij spraken ook heel veel over eten in de cellen. We hebben een heel groot aantal droom-recepten verzonnen. Het leek alsof we ze echt aten.

Sfeer in de kamer voor een terechtstelling

Wilchar

Wanneer ze mensen gingen fusilleren, gebeurde het altijd op militaire wijze. Er vielen slagen omdat we niet strak in het gelid stonden. Luitenant Prauss klom op een kist. Hij was klein van gestalte en hij wou er groot uitzien. Langzaam trok hij een stuk papier uit zijn zak. Daarna riep hij 10 stamnummers af. Maar eerst hield hij een toespraak over het "communismus" en over het "Scheisse volk". Hij schreeuwde en affronteerde ons volop.

De mannen werden uit de rangen gehaald. Ze gingen tegen de muur staan. Nadien hoorden wij de ontploffing. Wij werden weer in onze kamer opgesloten. Later hoorden wij de salvo's. Dan waren er in werkelijkheid aanvallen van hysterie. Sommigen begonnen te schreeuwen. Het was vreselijk om de kamer van de Joden te horen. Zij zongen een dodenzang die door merg en been sneed. U heeft er geen idee van hoe dat weerklonk.

WC's

Remy Libotton

Als we dan binnen waren en gekleed waren, werden we naar buiten geroepen. Per twee naast elkaar. We kregen een blauwe zak over het hoofd. Die moest ge zo vasthouden om te zien waar ge uw voeten zette. Uw voorganger vasthouden aan de slip van de jas voor u en dan "links - zwo - drei - vier, links - zwo - drei - vier. Vort ! Vort ! ". Waar we gingen dat wisten we niet. We hoorden soms wel anderen tegenkomen, een andere groep van een andere kamen die we tegenkwamen. En dan "stop, stop, halt" en dan stonden we stil. We stonden daar fix. Voor Franse toiletten, zonder pot hé. Fix. Daar sta je dan. Broek losmaken, hop. Broek laten vallen, hop. "Hinzit, hop. Achteruit". Ja, hoelang? Ik durf dat niet te zeggen. We hadden geen horloge meer. Maar ik geloof nooit dat het een halve minuut kon duren.

Wilchar

Het is een beetje onwelvoeglijk maar overdag zijn behoeften te doen was altijd een avontuur. U moest toestemming vragen en soms mocht het niet. En om daaraan te ontsnappen waren er ook gevangenen die het 's nachts deden in een emmer in de kamer. Maar 's morgens, tja, dan liep die emmer over en er was viezigheid en uitwerpselen overal in elke hoek. En dat moest dan gereinigd en opgeruimd worden. Dat was geen aangename bezigheid. De SS-ers waren er al en zoals steeds moest het "Schnell, Schnell" gaan. Er vielen zweepslagen enzovoort. Het moest waanzinnig snel gaan hoewel wij alle tijd hadden, maar tja, het was de stijl van het huis.

Hier hadden ze grote tonnen geplaatst. Zo waren er twee. En elke morgen moesten de gevangenen daarin ontlasten. Twee à drie honderd gevangenen. En het moest vooruit gaan. Opgejaagd met zweepslagen moesten ze daarin gaan schijten. En wanneer de ton vol stront was, dan moesten wij ze gaan uitgieten in de moestuin die was aangelegd voor het eten van de Vlaamse SS-ers. Zij leefden van ons zweet. Het was ongehoord. 

Kleermakers

Jacques Frydman

Ik was 16 toen ik hier aankwam met mijn vader en mijn twee broers. Zes maanden lang heb ik buiten zware arbeid verricht. Daarna, dankzij het feit dat mijn vader een zeer goede kleermaker was, hebben wij uniformen genaaid voor Majoor Schmitt en Luitenant Prauss. En vooral gaven wij kleren aan binnenkomende gevangenen. We gaven hun oude uniformen van het Belgische leger en staken ieders kleren in een zak. Dat heeft mijn leven gered. Als ik 17 maanden lang buiten had moeten werken, zou ik het nu niet meer kunnen navertellen. Ik heb de oorlog overleefd. Mijn vader werd helaas naar Auschwitz vervoerd waar hij vermoord is. Hij was ongeveer 55 jaar oud.

De urnenzaal

In deze zaal worden 15 urnen getoond die hetzij as, hetzij aarde gemengd met de as van gevangenen afkomstig uit de concentratie- (Dachau, Neuengamme, Buchenwald,...) en uitroeiingskampen (Auschwitz) bevatten.

Op de muren van deze zaal staan de namen van meer dan 3.600 personen die tijdens de bezetting in het Fort gevangen zaten. 

Dit is een plaats van bezinning waar wij het grootste respect van onze bezoekers eisen.

Breendonk Herdenkingszaal